Boston, 1938. In The Parisian Spy van Hannah Byron heeft Océane Bell haar laatste jaar aan Radcliffe College bijna afgerond. Na de zomer gaat ze geneeskunde studeren aan Boston University School of Medicine. (Harvard Medical School accepteerde in die tijd nog geen vrouwen.) Als dochter van succesvolle artsen Agnès en Alan Bell is een andere studiekeuze vrijwel ondenkbaar. De zorg voor haar lichamelijk gehandicapte broertje Arthur en de klusjes die ze regelmatig in de praktijk van haar ouders uitvoerde, hebben haar bovendien nooit doen nadenken over een ander beroep dan arts. Toch zullen de examens erom spannen of Océane wel zal worden toegelaten, want haar cijfers zijn niet al te best. Een complot met studievriend Martin en een plotselinge ontmoeting met de charismatische Parijse kunstenaar Jean-Jacques Riveau (JJ) in het Museum of Fine Arts, bezorgen haar een zomer vol zorgen en twijfels. Vanuit haar ouderlijk huis in Chicago besluit Océane haar studie in Boston voorlopig stop te zetten, tot grote schrik van haar ouders. Om het tussenjaar te overbruggen vertrekt ze naar Zwitserland. Een tweede ontmoeting met JJ drijft haar in 1939 naar Sorbonne, waar Océane naast haar studie samen met JJ een artistiek bestaan leidt in Parijs. Maar dan…
Engeland, 1939. De wereld staat aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog. In The Diamond Courier van Hannah Byron droomt de zeventienjarige Lily Hamilton langs de kust van Kent van een spannend leven. Lily komt uit een welgestelde familie. Haar moeder Lady Madeleine hecht veel waarde aan etiquette, haar vader Sir Gerard is druk met het besturen van de Kent Coalfield, een kolenmijn. Al haar hele jeugd lang trekt Lily op met Iain Brodie; een vriendelijke Schotse jongen die haar vader helpt met de mijn, en daarnaast een passie heeft voor biologische moestuinen. Dat Lily binnenkort met Iain zal gaan trouwen, is een logische stap voor iemand van haar leeftijd. Tegen alle verwachtingen in, ziet Lily af van het huwelijk. Ze keert terug naar de Finishing School en logeert tussendoor bij haar grootouders in Parijs. Hier ontmoet ze Leo Oppenheim, een charismatische joodse jongen die in het communistische verzet zit.
In Picardy’s Fields van Hannah Byron brengt de lezer terug naar het jaar 1918. De jonge, welgestelde Agnès de Saint-Aubin gaat na haar studie in Parijs aan de slag als arts aan het Westfront. Nabij deze frontlinie ligt de Franse provincie Picardië met als tijdelijk militair hospitaal het statige Château de Dragoncourt. Hier worden soldaten naartoe gebracht wanneer ze rondom de loopgraven gewond raken door aanvallen van de Duitsers. Samen met de getrouwde Amerikaanse chirurg Alan Bell, die tevens haar mentor is, voert Agnès complexe operaties uit om zoveel mogelijk levens te redden.