Titel: Waar ik liever niet aan denk Auteur: Jente Posthuma Uitgeverij: Uitgeverij Pluim Genre: Literatuur Bladzijdes: 240 Uitvoering: Paperback ISBN: 978-90-831-4210-4 In Waar ik liever niet aan denk van Jente Posthuma (de Engelse vertaling door Sarah Timmer Harvey stond op de shortlist van de International Booker Prize 2024) blikt de ik-persoon terug op verschillende herinneringen aan haar broer. Ze zijn een tweeling; hij is net wat ouder en noemt zich Een, zij wordt door hem vanzelfsprekend Twee genoemd. Zich tweede voelen is daardoor niet alleen veilig en vertrouwd, maar vormt geleidelijk aan een hardnekkig patroon in het leven van de ik-persoon. Daar komt nog bij dat haar onverschillige ouders – een kille moeder, afwezige vader – hoge verwachtingen hebben van haar broer: ‘Hij gaat later iets bijzonders doen.’ Dit soort bijzonderheden probeert zij juist te vermijden door ‘zo’n vanzelfsprekende aanwezigheid te zijn dat ik een soort meubelstuk werd’, maar tegelijkertijd constateert ze: ‘Ik ben te weinig of te veel. Ik kan mezelf slecht doseren’. Ook haar broer heeft het niet makkelijk; hij wordt gepest op school (‘Mijn moeder zei dat we het maar als een natuurverschijnsel moesten zien, een storm die opkomt en weer gaat liggen’) en naarmate ze ouder…
Titel: Mensen zonder uitstraling Auteur: Jente Posthuma Uitgeverij: Atlas Contact Genre: Literatuur Bladzijdes: 176 Uitvoering: Paperback ISBN: 978-90-254-4414-3 *In ruil voor een eerlijke recensie heb ik via Hebban een recensie-exemplaar ontvangen van de uitgeverij Deze recensie verscheen eerder op Hebban Wanneer de moeder van de ik-persoon overlijdt aan kanker, proberen vader en dochter samen hun leven weer op te pakken. Vader is hoofd van een psychiatrische inrichting en heeft het hart op de goede plek. Moeder was actrice en werd verteerd door een minderwaardigheidscomplex dat ze van alle kanten probeerde te compenseren. Zo wilde ze het liefst een wonderkind en deed, in het bijzijn van andere mensen, dikwijls alsof haar dochter zo’n kind was. De ik-persoon weet nog goed dat haar moeder “het ook vaak had over uitstraling, en vooral over mensen die dat niet hadden. Dat waren verschrikkelijke mensen. Die waren nog erger dan lelijke mensen.” Een opmerking die jaren later nog altijd donkere schaduwen werpt over het leven van de hoofdpersoon. Want, vraagt ze zich terecht af, wat is deze uitstraling eigenlijk en hoe verkrijg je het als dat nu juist net is wat je mist?