In het winnende verhaal van de 90e Boekenweek heeft de zestienjarige Eden Reiziger het idee opgevat om de dichtstbijzijnde meteorietkrater te bezoeken – een ingeving die ogenschijnlijk uit de lucht is komen vallen. De krater van Gerwin van der Werf volgt in retrospectief Edens roadtrip. Samen met broers Johnny (‘gewoon een twintigjarige drop-out die verkeersborden verzamelt’) en Benjamin (‘Benji kijkt altijd een beetje anders naar de dingen’) rijden ze in Johnny’s rode Volkswagen Golf naar het Duitse Steinheim. Niet per se een gezellig tripje met een sikkeneurige broer en een depressief broertje, maar wel één van levensbelang: ‘ik ben bang dat Benjamin er een keer een eind aan maakt (…) net als onze vader.’ Zijn zelfverkozen dood heeft een figuurlijke krater in het leven van de drie adolescenten geslagen. Sinds de inslag cirkelen Eden en Johnny als manen om hun broertje heen. In een krakkemikkige auto met een dreigend benzinelampje en driehonderd euro van hun moeder op zak – die net als stiefvader Joep van niets weet –, doet Eden een poging niet alleen Benji, maar ook Johnny en zichzelf van zijn zwaartekracht te redden.
De onzichtbare kracht die een aardbeving teweegbrengt, kan aan de oppervlakte een grote ravage aanrichten. In Haruki Murakami’s verhalenbundel Na de aardbeving vinden na de verwoestende aardbeving van Kobe in 1995, en verspreid over zes verhalen, verschillende naschokken plaats. Magisch realistische naschokken welteverstaan, die zich onder meer openbaren in de vorm van een plotselinge scheiding (Een ufo in Kushiro), een levensgrote kikker met een heroïsche missie (Kikker redt Tokyo) en een geheimzinnige droomvoorspelling in Bangkok (Thailand). De getroffenen van deze subtiele, maar verraderlijke naschokken zijn willekeurige mensen die ogenschijnlijk niets met elkaar gemeen hebben: een studente, een arts, een schrijver. Gaandeweg de bundel wordt duidelijk dat niet alleen de gebeurtenis van de aardbeving – die vaak kilometers verderop plaatsvindt – als een rode draad door de verhalen heen loopt, maar ook het ingrijpende en onomkeerbare effect van de daaruit voortvloeiende naschokken die de levens van ieder personage genadeloos opschudt.
Familie staat voor de één gelijk aan warmte, de ander associeert het begrip met complexiteit die niet zelden afkoerst op diepgewortelde trauma’s. In Gezinsverpakking is van het laatste geen sprake. De familie Chabot kan lezen en schrijven met elkaar. Letterlijk, want het Boekenweekgeschenk van 2024 bevat verhalen van alle zes de gezinsleden. Bart Chabot blikt in zijn verhaal ‘Ga nooit met ons op vakantie’ terug op een onheilspellende vakantieherinnering. Sebastiaan beschrijft in ‘Hier, ergens’ met tederheid hoe vader zijn zoons het kijken bijbracht. Maurits gaat in ‘Lieve chaos’ terug naar het ouderlijk huis waar hij liefdevol stelt: ‘Mijn familie is op haar mooist als er niemand kijkt.’ Storm herdenkt in ‘Handvast’ zijn overleden opa en Splinter schrijft in ‘Estafette’ over de diepe liefde die de familie voelt voor hond Bril. De verhalen van de gezinsleden worden bijeengehouden door ‘Mamastippen’, geschreven door moeder Yolanda.
Sinds mevrouw De Raad in een verzorgingstehuis woont, maakt ze iedere dag een wandeling door het dichtstbijzijnde park. Het zorgpersoneel keurt haar zelfstandige expedities af. Zeker nadat de bejaarde vrouw (‘niet dat ze oud was, overigens’!) ongelukkig ten val is gekomen. Mevrouw De Raad trekt zich er niets van aan. Ze vindt dat de ‘onmisbare meisjes in hun lichtblauwe uniformen’ haar recht op autonomie ontnemen door haar altijd maar binnen te willen houden. Mevrouw De Raad spreekt met zichzelf af dat ze voortaan voorzichtig zal doen en niet meer zal vallen. Ze wil niet ‘terug naar de vier muren met het lelijke, kleurloze behang en het metalen bed dat niet van haar was’. Kort verhaal Op afstand verbonden van Patricia Bouwhuis-Ooyevaar volgt mevrouw De Raad tijdens haar weerspannige wandelingen door het park waarbij de gedachten en gevoelens van de oude vrouw zich gestaag aan de lezer ontvouwen.
‘Het is vreemd hoe mensen altijd banger lijken te zijn om oud te worden, dan om dood te gaan,’ schrijft Fredrik Backman in het voorwoord van En elke ochtend wordt de weg naar huis steeds langer. Gevolgd door: ‘Dit is een verhaal over herinneringen en loslaten’. Omgaan met dementie is voor zowel de patiënt als voor de naasten zwaar. In dit korte verhaal van Backman verliest een oude man langzaam zijn geheugen. Hij lijdt aan alzheimer en de mist die in zijn hoofd hangt, wordt steeds dikker. In vlagen van herinneringen die de man desondanks willekeurig overspoelen, leert de lezer hem kennen als een zorgzame echtgenoot, ietwat kille vader en betrokken opa.
Titel: Het ei van Mees Auteur: Anne van Meij Uitgeverij: Hamley Books Genre: Kort verhaal Bladzijdes: 8 Uitvoering: e-book Mees en Jesse wonen in een klein dorpje aan de kust. Met Pasen doen de broers ieder jaar mee aan een paaseieren-speurtocht in de duinen. Zo ook dit jaar, maar er is de laatste jaren veel veranderd. Opa is vast blijven steken in zijn herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog en vader en moeder vinden sinds enkele jaren de speurtocht in het duin niet zo leuk meer. Waarom?