Na Lampje keert Annet Schaap in Krekel terug naar het pittoreske havenstadje waar Meneer en Mevrouw Rozenhout een kruidenierswinkeltje runnen, juffrouw Amalia zich over iedereen ontfermt (maar wie ontfermt zich over haar?) en de Witte Kliffen tot een bestemming behoren die het liefst omzeild wordt. Dit laatste geldt niet voor Eliza. Samen met haar enige overgebleven broertje Krekel is zij juist op zoek naar een schipper die bereid is om broer en zus over de woeste zee naar de rotsformatie te brengen. Eliza wil uitzoeken waar haar vijf verdwenen broers naartoe zijn gegaan. Zijn ze echt verdronken op zee, zoals haar stiefmoeder Duifje beweert? Met verse, nog brandende tatoeages van de namen van haar broers op haar bovenbeen en gehuld in jongenskleren spreekt het meisje zichzelf moed in: ‘Ze moet anders praten. Harder en bozer. Niet glimlachen of vriendelijk knikken, gewoon de boel opeisen.’ Maar Eliza’s geld is op, Krekel wordt banger en er is geen schipper te vinden die koers wil zetten naar de Witte Kliffen (en al helemaal niet met een meisje!). Als broer en zus op stelen worden betrapt, keren ze onder toezicht van de plaatselijke sheriff terug naar het Grijze Huis van hun vader en lijkt…
In Windstil van Saskia Eelman staat Jonas op het punt om met zijn ouders en zusje Daan te verhuizen van de stad naar een Waddeneiland: ‘Een nieuwe start… een nieuw begin (…) het kan voor ons allemaal goed zijn.’ Verhuizen is een ingrijpende gebeurtenis, zeker voor Jonas die door een spraakprobleem lastig vrienden maakt. Hij ziet er als een berg tegenop om na de zomervakantie afscheid te nemen van zijn beste vriend Boris en op een nieuwe school te beginnen. Op het eiland kent hij niemand, ook al is zijn vader er geboren. Hoewel het er flink waait, blijft de jeugd van Jonas’ vader gehuld in hardnekkige mistflarden. De vader-zoon band staat bovendien op de tocht omdat vader weinig geduld heeft met zijn stotterende zoon. De emoties lopen thuis steeds hoger op als ook Jonas’ moeder moeite heeft met het aanstormende eilandleven: ‘Ik zie het gewoon niet voor me.’ De verhuizing van het gezin voelt als een vlucht, maar van wie of wat?
In het zuiden van Australië, langs de kust van Victoria, leeft een van de grootste groepen kleine pinguïns ter wereld. Ooit waren er tientallen kolonies, maar met steeds meer katten en vossen heeft uiteindelijk één kolonie het overleefd. Deze groep pinguïns – ook wel Eudyptula minor genoemd – wordt tegenwoordig beschermd door de lokale Penguin Foundation, een project van Phillip Island Nature Parks. Voordat ’s ochtends de zon opkomt vertrekken deze pinguïns in een parade via het strand naar de zee om te vissen. Nadat de schemering ’s avonds is ingezet, keren de dieren terug naar hun holen in de duinen of nog verder weg van de zee. De Penguin Parade is een initiatief van de Penguin Foundation om deze avondwandeling van de zee naar het strand aan bezoekers te tonen. Door dit natuurlijke gedrag op gepaste afstand toegankelijk te maken voor mensen, vraagt De Penguin Parade aandacht voor de kleine pinguïns en de bescherming die ze nog altijd hard nodig hebben. The Littlest Penguin van Jedda Robaard is een verhaal over de avonturen van de kleine pinguïns op Phillip Island, een boek dat is opgedragen aan de Penguin Foundation, de Penguin Parade en Phillip Island Nature Parks.
Een paar dagen voor de start van de twintigste eeuw overlijdt de graaf van Gosswater in zijn imposante landhuis. Voor zijn twaalfjarige dochter lady Agatha Asquith breekt in De geest en het meisje van Lucy Strange een moeilijke tijd aan. Niet alleen een periode van rouw, maar ook een tijd van ingrijpende veranderingen. Met de dood van de graaf wordt zijn testament geopend en dat brengt allerlei geheimen aan het (winter)licht. Zo zou neef Clarence recht hebben op de nalatenschap en wordt Agatha verbannen naar de ganzenboerderij van Thomas Walters, die volgens het testament haar biologische vader is. Agatha heeft moeite met haar nieuwe thuis. Ze is gewend aan luxe – ze is opgegroeid in een ‘gouden kooi’ met dienstmeisjes, butlers en mooie spullen – en vindt dit zeker niet in de eenvoudige hut van Thomas. De ganzenboer heeft door zijn schimmige verleden een slechte reputatie opgebouwd in en rond het plaatsje Gosswater. Op de begrafenis van de graaf ontmoet Agatha de roodharige Bryn. Samen met hem ontdekt ze dat het spookt rond het Gosswatermeer. Wat begint als een verlangen naar avontuur, wordt steeds meer een ontdekkingstocht die resulteert in de ontrafeling van het familiegeheim van de Asquiths.
Na de tragische dood van Sebas valt Sammies gezin steeds meer uit elkaar. Omdat haar ouders gaan ‘proefscheiden’ woont haar moeder samen met zus Wies sinds kort in een huis in de stad. Sammie is bij haar vader blijven wonen, die een bloembollenbedrijf runt op het platteland. Hoewel ze een hekel heeft aan de stad, voelt Sammie zich verraden. Waarom konden ze niet gewoon met z’n vieren in één huis blijven wonen? De afwezige blik in de ogen van haar vader, de zwijgzame momenten aan tafel en de weinig spraakzame Ome Obbe maken het er voor Sammie niet makkelijker op. Tijdens een nachtelijke fietstocht ontmoet Sammie Toon. Net als zij kampt hij met problemen in zijn gezin; zijn broer Jesse is uit huis gezet en leeft op straat. De twee jonge tieners ontpoppen zich in Nachtfietser van Brenda Heijnis tot redders die alles in werking stellen om het leven van hun gezinsleden beter te maken en hun families te lijmen. Maar is dat wel mogelijk? En misschien nog wel belangrijker: willen hun dierbaren wel ‘gered’ worden?
Rondzweven door een oneindige donkere leegte. Dat is hoe Raaf zich voelt wanneer ze met haar moeder plotseling in een stacaravan komt te wonen op camping Het Kleine Heelal. Haar vader heeft last van ‘oponthoud met de sleepwagen’, haar moeder is druk met zorgen voor ‘haar makkers’ en in Raafs buik groeit een steeds holler gevoel. Een zwart gat waarin meer en meer verdwijnt. Een paar dagen eerder werd ze geschorst: ‘Op school zeg ik dingen die ik alleen maar wil denken.’ Beste vriendin en klasgenoot Miracle, die ze nog kent uit de Tomatenstraat en met wie ze alles kon bespreken, voelt ver weg. Met een schrift om in op te schrijven wat er allemaal beter kan, zit Raaf voornamelijk alleen in de caravan, te wachten tot haar moeder op haar Berini terug is van haar werk. Gelukkig is er nog schildpad Zoef om haar gezelschap te houden en ontmoet ze in de campingwinkel Nicolaas, de zoon van de campingbaas. Nicolaas heeft een fascinatie voor het heelal, verzorgt een geit en heeft een hut in het aangrenzende Kosmosbos. Raafs nieuwsgierigheid naar wat Nicolaas precies uitspookt groeit wanneer ze ontdekt dat het bos verboden is voor onbevoegden. Steeds vaker verlaat ze…
Schatpakkers van Pieter Koolwijk is het Kinderboekenweekgeschenk van de Kinderboekenweek 2024 met als thema ‘Lekker eigenwijs!’. Nevin wordt door haar vader naar buiten gestuurd omdat ze hele dagen zit te gamen met haar beste vrienden. Na een ruzie jat eh… pakt ze de autosleutel van haar ouders en rent ze snel naar buiten. Eenmaal op straat komt ze Bec Slakkendrek tegen, een excentriek meisje van school dat altijd meerdere slakken op haar kleding heeft kruipen. Samen met haar vrienden pest ze Bec regelmatig, maar ja, die zijn er nu niet. En tot Nevins verrassing doet Bec heel aardig tegen haar, wat ze best wel ongemakkelijk vindt. Als Nevin per ongeluk de autosleutel van haar ouders verliest, roept Bec de hulp in van Davy. Een andere schoolgenoot die Nevin en haar vrienden altijd pesten en die ze lacherig de ‘Stille Stomper’ noemen. Om de sleutel terug te krijgen ontvouwt zich een avontuur naar de Scheldfabriek waar heel vreemde wezentjes schuilen…
Daantje woont in Daantje, de wereldkampioen van Roald Dahl samen met zijn vader in een kleurrijke woonwagen net buiten het dorp. Vader is automonteur en heeft daarnaast een klein pompstationnetje. Al van jongs af aan helpt Daantje zijn vader in de garage met het repareren van auto’s. Als de dag erop zit keren ze allebei terug naar de piepkleine, maar knusse woonwagen en vertelt vader Daantje een verhaal voor het slapengaan. Vader en zoon leiden een simpel – zelfs een beetje een armoedig – leventje, maar Daantje verveelt zich nooit: ‘Het was gewoon onmogelijk je te vervelen met mijn vader. Plannetjes, spelletjes en nieuwe ideetjes vlogen van hem af als vonken van een slijpsteen.’ Op een avond wordt Daantje wakker en is zijn vader nergens te bekennen. Niet veel later blijkt dat hij fazanten is gaan stropen in het bos van dorpsgenoot Victor Hazel, een rijke schurk met een Rolls-Royce. Beetje bij beetje leert Daantje meer over de passie van zijn vader en groeit hun verlangen om meneer Hazel voor eens en voor altijd een lesje te leren.