De Britse studente Cleo is haar lastige thuissituatie ontvlucht om haar geluk als aspirerend kunstenaar te beproeven in New York. In de drukke decembermaand ontmoet ze in ‘de stad die nooit slaapt’ op de valreep van het oude jaar de twintig jaar oudere Frank. Allebei hebben ze niet zo’n zin om 2007 in te luiden op een middelmatig Oud & Nieuw-feestje. De flirt mondt algauw uit in een romance die er veelbelovend uitziet. Nog geen half jaar later bezegelen de twee hun relatie met een bruisend huwelijk. Cleo’s zorgen om het verlopen van haar studentenvisum verdwijnen daarmee als sneeuw voor de zon. Ze trekt in bij Frank met de visie om schilderijen te maken en als zijn vrouw met volle teugen van het glamoureuze leven in New York te genieten. Voor Frank was trouwen nooit echt een prioriteit. Nu hij op latere leeftijd gebonden is, hoopt hij privé de stabiliteit te vinden die hij in zijn werk als succesvolle reclamemaker mist. Alle clichés van hun eerste ontmoeting ten spijt stapelen de problemen tussen de twee zich in Cleopatra en Frankenstein van Coco Mellors echter snel op.
In 2019 zoekt een jongen hulp bij een café midden in het Drentse plaatsje Ruinerwold. Zijn woonsituatie in een naburige boerderij is niet meer vol te houden. Het bericht van de politie-inval die niet veel later volgt, wordt groots door de (internationale) media opgepakt. Artikelen koppen de wildste verhalen over ‘het spookgezin uit Ruinerwold’. Nadat in de vijfdelige documentaire De kinderen van Ruinerwold (2021) van Jessica Villerius in beeld is gebracht hoe het gezin heimelijk leefde in de benauwende greep van het geloof van vader Gerrit Jan, vertelt Israel van Dorsten in zijn autobiografische debuut Wij waren, ik ben. Weg uit Ruinerwold over zijn eigen (traumatische) jeugdervaringen. Hij legt het proces uit waarin hij geleidelijk het geloof is kwijtgeraakt en vervolgens de kracht vond om te ontsnappen aan het fysieke en mentale misbruik van zijn vader.
De afgelopen jaren kwamen verschillende misstanden in geloofsgemeenschappen aan het licht. Zo beschreven Strafkind van Wieke Hart en Maria Genova en Lief wezen van Hart en Rita Sterkenboer (seksueel) misbruik en dwangarbeid in de katholieke kloosters van de Goede Herder. Het waargebeurde Getekend door een sekte van Annette van Luyk neemt de lezer mee in het wrede leven van Christine (een pseudoniem). Vanaf haar vijfde woonde ze in een sektarische geloofsgemeenschap nabij de Utrechtse Heuvelrug. Hoewel haar ouders in hun godsdienstwaanzin ervan overtuigd waren dat ze binnen de sekte een goed leven en paradijselijke toekomst voor zichzelf en hun kinderen bewerkstelligden, maakten Christine en haar epileptische zus Ingrid er de vreselijkste dingen mee. Bij ongehoorzaamheid deed de sekte beroep op een groot netwerk van kolonies in binnen- en buitenland. Hier werd Christine onder het mom van ‘vakantie’ vaak naartoe gestuurd. Wie de sekte verlaat, kan rekenen op ernstige bedreigingen van spionnen met kidnappings tot gevolg.
In Nooit meer van Colleen Hoover ontmoet Lily Bloom op de avond van de begrafenis van haar vader de aantrekkelijke Ryle Kincaid. Hij is knap, charismatisch en heeft een veelbelovende carrière als neurochirurg in het verschiet. Op het dak van het appartementencomplex springen de vonken ervanaf, maar de twee willen op dat moment allebei verschillende dingen in het leven. Lily heeft langetermijnplannen in Boston waar ze binnenkort haar eigen bloemenzaak zal openen en zich serieus wil settelen met iemand. Ryle voelt niets voor een relatie. Hij heeft het bovendien veel te druk met zijn laatste coschappen. Na deze onverwachte ontmoeting verliezen ze contact. Lily stort zich op haar eigen onderneming en brengt tijd door met haar moeder. Daarnaast besluit ze de dagboekbrieven die ze als tiener aan Ellen DeGeneres schreef, nog een laatste keer te herlezen. De brieven staan vol herinneringen aan Atlas Corrigan, haar grote jeugdliefde die ze probeert te vergeten.
Witkind van Merel Disselkoen volgt Mia Zomer die ogenschijnlijk een gelukkig gezin vormt met haar man Quint en hun vierjarige dochter Coco. Mia verdient de kost als succesvol fotografe, Quint is voor zijn werk als piloot veel van huis. In tegenstelling tot wat het stereotype doet vermoeden, is Quint zijn vrouw erg trouw. Mia heeft desondanks moeite met het luxeleven dat ze in Nederland leidt. Het grote huis dat ze vaak – samen met haar dochter – voor zich alleen heeft, doet haar enkel verlangen naar een leven in Afrika. Tijdens de tientallen fotoreportages die ze op het continent maakte, voelde ze zich vrij en zorgeloos. Weg van de routine en de haast die het westerse leven beheerst. Quint moet echter niets van Afrika weten, en Mia begint zich steeds meer voor hem af te sluiten.
Anna is zes jaar wanneer haar vader in De vrouw die niet bestond van Marc Reugebrink plotseling verdwijnt. Volgens haar moeder is dit te wijten aan ‘een vrouw (…) hij heeft daarginds een vrouw.’ Anna is op dat moment nog te jong om precies te snappen wat er tussen haar ouders speelt. Terwijl ze haar tijd bijna obsessief spelend spendeert aan een Barbie met groeiend haar, merkt ze wel op hoe de aandacht van haar getroebleerde moeder in beslag wordt genomen door de vele ‘bewonderaars’ die over de vloer komen. Een van hen is Wybren, een lange man met kortgeknipt haar van wie Anna’s moeder eist dat hij het lang laat groeien. Na vijf maanden, net wanneer zijn haar wat langer wordt, ziet Anna hem niet meer. De stroom mannen én vrouwen in hun huis blijft daarentegen rustig voortkabbelen. ‘Mijn moeder was een mooie vrouw,’ herinnert Anna zich als jongvolwassene. Maar ook: ‘ons huis was een duiventil.’
Joy van Jules Hoenderop volgt Frank en Susan, een kinderloos stel van begin dertig. Frank werkt als architect, Susan ‘in de mode’. Hij houdt van fotograferen en staat het liefst met beide benen op de grond. Zij voelt zich juist sterk aangetrokken tot spiritualiteit, iets waar Frank niets van wil weten. De twee lijken weinig overeenkomsten te hebben. Dikwijls vraagt Frank zich dan ook af wat een mooie meid als Susan eigenlijk in hem ziet. Maar dan herinnert Frank zich weer dat hij en Susan tweelingzielen zijn; een boodschap die Susan uit spirituele hoek heeft doorgekregen en uitermate serieus neemt. Tijdens hun roadtrip door Noord-Italië geven de twee zich, omringd door het Toscaanse platteland, in eerste instantie over aan de vakantiesluimer. Gaandeweg hun reis begint de aanhoudende strijd tussen het aardse en het spirituele echter steeds meer een stempel op hun relatie te drukken.
In De dansende debutante van Lily van Keeken breekt voor Emily Honeyfield een spannende periode aan. Na het succesvol afronden van de finishing school, mag ze debuteren op het eerstvolgende balseizoen. Op deze bals komt de Britse high society samen om te dansen, maar vooral om huwelijken tussen verschillende invloedrijke families te bestendigen. Emily kijkt uit naar haar debuut, al voelt ze zich tegelijkertijd onzeker. Vlak voor het eerste bal stort Emily’s wereld plotseling in. Ze verlaat Honey Hill House en moet noodgedwongen bij haar tante Felicity en opstandige nichtje Kitty logeren. Het verhuizen van het platteland naar het drukke negentiende-eeuwse Londen is voor Emily behoorlijk wennen. En via de roddels van Kitty komt ze erachter dat de concurrentie om een goede huwelijkskandidaat te vinden dit jaar aanzienlijk is.