In Gozert van Pieter Koolwijk leerde Ties Luna kennen in Huize Hoopvol. Hier werd hij heen gestuurd omdat hij helemaal opging in Gozert: zijn onzichtbare vriend met wie hij de meest fantastische avonturen beleefde. Maar Gozert is geen product van Ties’ verbeelding, hij is echt! En Luna heeft bewijs. Zij kan Gozert niet zien zoals Ties dat kan, ze kan hem wel horen. In Luna volg je de gebeurtenissen vanuit haar beleving. Ties en Gozert hebben er na hun opname in Huize Hoopvol een fijn thuis voor gekregen met begripvolle ouders. Voor Luna ligt dit anders. Ze voelt zich weggestopt in – zoals ze het zelf noemt – Huize ‘Hopeloos’ omdat haar ouders en zussen niet goed weten wat ze met haar aan moeten. Vooral haar vader en oudste zus Laura accepteren haar niet zoals ze is. Hierdoor worden haar tics en de stemmen in haar hoofd alsmaar erger.
Dodo van Mohana van den Kroonenberg volgt brugklasser Dorian. Dorian stottert, maar op de basisschool maakte niemand er een probleem van. Daar kon hij bovendien rekenen op de steun van zijn beste vriend Ramses. In de brugklas verandert dit. Al bij de voorstelronde gaat het mis. Dorian komt niet uit zijn woorden waardoor hij van zijn naam ‘Do-do’ maakt. Alsof dat niet al erg genoeg is, doet Ramses helemaal niets om hem te helpen! Nu ze ineens ‘brugsmurfen’ zijn groeien de twee beste vrienden steeds verder uit elkaar. Bij zijn andere klasgenoten vindt Dorian geen aansluiting, en met een wee gevoel in zijn maag verlangt hij terug naar de ‘lange slentervakantie aan zee’ samen met Ramses en zijn ex-klasgenootjes Nikita en Sabine. Om wraak te nemen op Ramses, breekt hij hun belangrijkste belofte door zijn lange haar af te knippen en te stoppen met drummen. Maar in plaats van dat het oplucht, voelt Dorian zich vervolgens alleen maar ellendiger en eenzamer.
Op een dag vindt de twaalfjarige Cato een kaartje van mevrouw Kano’s bioscoop. Hier spelen ‘films die nergens draaien, maar die je altijd al had willen zien’. Cato’s nieuwsgierigheid is gewekt, alsof ze hier al jaren op heeft gewacht. Haar leven is behoorlijk saai. School is saai, de mensen voorspelbaar (ze kijken allemaal naar hetzelfde) en haar konijn Beggar So mag dan wel knorren, hij doet zijn kungfu-naam geen eer aan met zijn dommige gestaar. Als saaiheid niet de boventoon voert, komen er vooral pijnlijke gevoelens bij Cato naar boven. Haar vader is haar hele leven somber en afwezig. Haar moeder is al haar hele leven dood. En Cornelia, hun behulpzame buurvrouw, vindt ze een bemoeial. Er zit niet veel anders op dan haar nieuwsgierigheid te volgen. Films die nergens draaien van Yorick Goldewijk begint met het mysterie rondom mevrouw Kano’s bioscoop. Een mysterie dat zich uitrolt als een film en de personages een voor een in de greep krijgt.
Het Australische duo Andy Griffiths en Terry Denton maakte naam in kinderboekenland met de populaire reeks De waanzinnige boomhut. De keuze van de Stichting CPNB om juist deze schrijver en illustrator te vragen om het Kinderboekenweekgeschenk voor 2022 te maken, zorgde voor wat ophef. Want leent deze kans zich niet mooi voor een indie-auteur om bekendheid te verwerven? Én dan zijn ze ook nog eens van niet-Nederlandse bodem! Maar uiteindelijk draait de Kinderboekenweek om leesbevordering en het aanwakkeren van leesplezier. Dat is met Waanzinnige boomhutverhalen, zoals het Kinderboekenweekgeschenk van dit jaar heet, goed gelukt. Voor de doelgroep althans, en met het oog op de doelstelling is daar niets mis mee.
In De tovervinger ontdekt een achtjarig meisje dat ze sinds een paar jaar een magische tovervinger heeft. Elke keer wanneer ze heel boos wordt, is ze in staat om het doelwit van haar woede in iets anders te veranderen. Op een dag ziet het meisje haar buurman en zijn zoons jagen in het bos. Meneer Kreitjes, Willem en Flip brengen na afloop een hele berg dode eenden en wild mee naar huis. Het meisje voelt de woede in haar opborrelen, en voor ze het weet heeft ze alweer met haar tovervinger gezwaaid. Niet veel later is de familie Kreitjes verdwenen. Het huis naast het meisje wordt bewoond door grote, wilde eenden met menselijke armen. Ze koken, badderen en houden de deuren en ramen van het huis hermetisch gesloten. Wat is er met de familie Kreitjes gebeurd?
Mot heeft in Mot en de metaalvissers van Sanne Rooseboom een lange zomer voor de boeg. Bijna al haar klasgenoten zijn op vakantie, en in de stad valt niet veel te beleven. Thuis heeft Mot het ook niet makkelijk. Ze ligt vaak overhoop met haar alleenstaande moeder die zou willen dat Mot meer was zoals zij: licht, gestructureerd en tevreden met haar echte naam Vlinder. Maar Mot houdt juist van alles waar haar moeder niet van houdt: donker, rommel en haar zelfbedachte naam Mot. Dan komt Mot meester Lukas tegen. Hij is haar invalmeester op school en is aan het metaalvissen. Mot raakt in de ban van de metaalvissers en koopt een magneet. Ze krijgt haar eigen plekje aan het kanaal en vist al snel allerlei roestige spulletjes op die haar moeder vreselijk vindt. Wanneer Mot tussen het riet gaat vissen, blijkt de magneet naar een kleine duikboot te zijn toegetrokken. Tot grote ergernis van haar moeder mag Mot de onderzeeër houden. Samen met Lukas en haar rijke klasgenootje Vincent ontdekt ze dat de duikboot een groot geheim herbergt.
In Lúcia Flores en de behekste kermis van Chinouk Thijssen is het pas twee weken geleden dat de Spaanse Lúcia Flores een dappere strijd leverde tegen de vloek van de aaskevers. Haar opa, abuelo Hugo, schakelt echter alweer de hulp van zijn kleindochter in. Dit keer heeft de eigenaar van een op hol geslagen kermis hun steun hard nodig. Maar niet voordat Lúcia op mysterieuze wijze op de magische Welbefaamde Betoverde Limotrein belandt. Opnieuw ontmoet ze hier allerlei bijzondere reizigers en natuurlijk Johannes Groen de Heer de Conducteur. Vanaf het moment dat ze op de trein probeert te stappen, lijkt het wel alsof Lúcia door iets of iemand wordt tegengewerkt. De ‘doorgedraaide bioscoopcoupé’ en zelfs een ‘ontzettend onzichtbare doorzichtige’ wagon maken het haar ook zeker niet makkelijk. Het is nog maar de vraag of Lúcia wel op tijd bij haar opa zal zijn…
Wie achter deze deur verdwaalt van Rindert Kromhout en Tonke Dragt volgt de verlegen Laurenzo die samen met zijn moeder in een flat woont. Zijn vader is een tijdje geleden naar Italië vertrokken waar hij een nieuw gezin heeft. Laurenzo hoort nooit meer iets van hem. Het enige wat de jongen aan zijn vader doet denken, is het boek Spaghetti van Menetti. Ontelbaar veel keren las zijn vader hem uit dit boek voor. Het wakkerde Laurenzo’s liefde voor verhalen aan. Zijn lievelingsmoment op school is dan ook wanneer meester Tom Wit voorleest uit de boeken van zijn eigen favoriete auteur: Lavinia Morgenster. Op een dag krijgt Laurenzo de kans om deze mysterieuze schrijfster te ontmoeten. Samen met klasgenoot Téja reist hij af naar het huis van Lavinia Morgenster om haar te interviewen: ‘Meester Tom had uitgelegd hoe ze er moesten komen. Eerst twee haltes met de bus, daarna met een veerpontje de rivier over en dan eerst rechtsaf langs het water lopen en daarna linksaf de Laan van Schijn en Wezen in.’